Pedofilie - Mini-colleges [ < Vorige ] [ Start ]  [ Omhoog ] [ Volgende > ] |
Mini-college # 18, april 2021: Carl Gustav Jung
Geboren in 1875 in Zwitserland als zoon van een dominee, gestorven in 1961,
gehuwd in 1903; het paar kreeg vijf kinderen.
Hij studeerde geneeskunde in Parijs,
Londen, Bazel en Zürich en was in de
laatste twee plaatsen ook hoogleraar
psychiatrie met een eigen praktijk. Hij
heeft een omvangrijk oeuvre
geschreven.
Jung en zijn onafscheidelijke pijp → Freud
In zijn autobiografie “Herinneringen, Dromen, Gedachten”, wijdt hij een apart
hoofdstuk aan zijn contact en contactbreuk met Sigmund Freud (1856-1939), zijn
leermeester en vaderlijke toevlucht die Jung al als zijn wetenschappelijke zoon en
opvolger zag. Freud werkte ook met het onbewuste, maar beperkte dit tot ‘de
driften’, vooral de constructieve levensdrift, leidend tot voortplanting, dus seks en
lust, en de destructieve doodsdrift, beide ook in de natuur te zien.
Freud sprak van het libido als de seksuele lust, Jung vond dit te beperkt en te
eenzijdig, te biologisch, te materialistisch en te positivistisch (dit is: slechts gebaseerd
op waarnemingen van slechts waarneembare feiten). Freud van zijn kant ergerde
zich aan het “occultisme” van Jung, die ook religie, mystiek, mythologie, archetypen
(zie verderop), visoenen en dromen als bronnen van kennis zag. Jung spreekt ook
van het libido, maar dan als psychische energie, als levenslust, - drang, -vermogen,
niet zozeer als een kracht op zich, maar eerder als de mate van kracht van de
verschillende aspecten van de psyche; niet de krachten van ‘het Hogere’ of van de
kosmos, maar van de persoon zelf, van het individu. Seks was voor Jung geen
‘biologie’ maar ‘mystiek’. Freud bleef nog lang ‘de vaderfiguur’ voor Jung, die dit
later als een eigen projectie erkende. “Freud had zelf een neurose”, schreef Jung
later.
Jung trof een wetenschappelijk klimaat aan waarin de mens De Waarheid wel kon
weten (het modernisme). Jung besefte en stelde dat de mens, zeker van de eigen
psyche, niet alles kan weten, dat alle waarheid voorlopig en fluïde is, want complex
(het vroege postmodernisme – zie college # 17). In dit klimaat overheerste het
materialisme, de psyche was een bijverschijnsel. Jung stelde het primaat van de
psyche, de mentale werkelijkheid zoals we die ervaren. De materie is secundair
omdat wij die met de psyche waarnemen en interpreteren, bewust en onbewust.
De breuk met Freud bracht hem in een crisis, waarin zijn onbewuste zelf zich
aanmeldde en ging spreken, wat hem dwong zich hiermee opnieuw bezig te
houden, al eerder in zijn leven naar aanleiding van zijn dromen. Jung stelde vast dat
er heel wat meer te ontdekken valt in het onbewuste en heeft hier zijn leven lang
naar gezocht. Wat vond hij zoal? De kernbegrippen van Jung Het ego
Het ego, het “ik”, is het bewuste deel van de menselijke psyche. Het ego neemt waar
en regelt de zaken, denkend dat het dit doet op eigen kracht en rationeel inzicht.
Mooi niet, zegt Jung tegen het ego: het ego wordt vergaand beïnvloed door het
‘Zelf’, de diepere laag van de mens die, zeker aanvankelijk, onbewust is. Het Zelf
Dit is een kernbegrip bij Jung. Het Zelf omvat de gehele menselijke psyche, het
bewuste en het onbewuste, en is er de kern van. Het Zelf is een dynamische kracht
die streeft naar zelf-verwerkelijking. We kunnen het Zelf nooit helemaal kennen, we
kunnen het wel bewust beleven en zo herkennen en erkennen. Het Zelf is een
sterkere kracht dan het ego omdat die de totale psyche omvat en er de kern van is.
Zo kan het Zelf vanuit het onbewuste het ego als het ware overspoelen: ‘Waarom
deed/doe ik dit toch (steeds)?’ Het onbewuste
Dit is een verzameling van psychische krachten, per definitie onbekend (geworden
want vergeten of verdrongen), onbewust dus, maar wel actief van invloed op het
voelen, denken en handelen van de mens. De inhouden van het onbewuste betreffen
het verleden (vergeten), het heden (onopgemerkt) en de toekomst, per definitie
onbekend, al heeft het zelf wel een richting ervan in gedachten, soms geuit in
(dag)dromen. Of deze dromen voorspellend zijn, kan pas achteraf geconstateerd
worden; een richting aangevend zijn ze wel.
Cruciaal is het onderscheid tussen het persoonlijke en het collectieve onbewuste, want dit laatste is er ook, als een diepere en meer duistere laag onder het persoonlijke
onbewuste. Het collectieve onbewuste maakt het hogere en persoonlijke bewustzijn
mogelijk en kleurt dit individueel verschillend in.
Het onbewuste is levend, autonoom en actief, het heeft invloed en wil gekend
worden. Zelfkennis impliceert het je bewust worden van je diepere drijfveren. Dit
maakt de mens vrij in plaats van gedetermineerd door driften, externe factoren of
‘hogere’ machten. De archetypen
Ook wel aangeduid als ‘de oerbeelden’ van de mens en de mensheid, meer dan
alleen beelden: motieven, thema’s, verhalen, dynamische processen. Om er enkele te
noemen: de vader, de moeder, het kind, jongen/meisje, man/vrouw, God (totaliteit,
kosmos, De Ene), de koning(in), de prins(es), de priester, de tovenaar en de heks, de
engel en de duivel, de strijder en de held, het monster, het spook, de draak … Deze
zien we terug in de figuren van de Tarot: de keizerin en de hogepriesteres, om er
maar twee van te noemen. Bij de Tarot werkt men met zulke kaarten en neemt men
aan dat niet het toeval, maar ‘hogere machten’, innerlijk en/of uiterlijk, de juiste
kaarten open leggen.
De cirkels om het Zelf, de
zwarte stip, zijn: de eigen
verdringingen, oude
familiethema’s, cultuur, religie
en de oerervaringen van de
mensheid. Deze spelen een rol in zowel het
persoonlijk onbewuste, als wel
in het collectieve onbewuste. In
dit laatste spelen ook de
archetypen en de instincten een
rol. Hoe dieper in de psyche, hoe
donkerder het wordt, want daar
huist ook de schaduw. Bron: Mantra 14 & 18. De schaduw
De schaduw is het als inferieur, minderwaardig of slecht ervaren deel van de
persoonlijkheid, het deel dat niet geleefd kan worden, dus wordt afgewezen,
verhuld, verdrongen, ontkend, verloochend, en ‘opgeborgen wordt’ in het
onbewuste … ‘dus’ al snel geprojecteerd op de buitenwereld. Dit deel hoeft op zich
niet slecht te zijn, het kan ook juist goed zijn; dat het slecht is kan aangeleerd zijn:
‘Jongens zijn stoer en huilen niet’. ‘Jongens willen geen balletdanser worden’ – Billy
Elliot wilde dit wel en werd het.
De schaduw wordt dan een tegengestelde deelpersoonlijkheid. Deze gaat echter,
volgens de wetten van het onbewuste, wel gewoon zijn eigen gang, wat het leven
kan verstoren en dus onderdrukt moet worden. De schaduw wil echter gekend,
gehoord, gezien en minstens enigszins ook geleefd worden. Hij klopt op de deur van
het bewustzijn.
Een evenwichtig (geworden) mens ontkent de schaduw niet, maar identificeert zich
er ook niet mee. Hij geeft de schaduw een plekje in zijn leven, zijn huiskamer,
desnoods in een klein pluche knuffeldier dat er mag zijn of in kamertje er naast.
Projectie
Dit projecteren gebeurt collectief en individueel, per definitie onbedoeld en
ongemerkt, én per definitie subjectief ingekleurd. De westerse conservatieve witte
christelijke man van middelbare leeftijd deugt aan alle kanten; wie niet deugen, dat
zijn de kleuringen, de immigranten, de moslims, de jeugd, de politici (van de andere
partij), de vrouwen, de andersdenkenden, de ‘liberalen’ of ‘socialisten’, de homo’s en
de transgenders … en niet te vergeten ‘de pedo’s …
Op individueel niveau: de ouders, de (andere) kinderen, de buren en buurtgenoten,
de eigenzinnige collega, de andersdenkende, de baas, of wie maar als scherm voor
de projectie, als zondebok kan dienen, anders gezegd: als een kapstok om onze
onbewuste jas aan op te hangen. Die ‘kapstok’ kan een mens zijn, een (huis)dier of
ding, een instelling of instituut: “… die regering/minister/rechtbank deugt toch echt
van geen kant …”
Let wel: als iemand iets op jou projecteert, ziet hij iets van zijn schaduw in jou
werkzaam, iets waar je je al dan niet bewust kunt zijn. Als je je schaduw wilt leren
kennen, let dan op je eigen projecties, herken ze als zodanig, erken ze, accepteer ze
en ga er iets mee doen. Let er ook op wat anderen op jou projecteren, wat dus de
ander in jou ziet en wat je wellicht zelf niet wil zien, dus niet ziet. Individuatie
Het Zelf is het centrale archetype van de mens. Dit is niet het bewuste en vaak
egocentrische ego, maar ook een diepere eenheid inclusief het onbewuste, een geheel,
on-gedeeld = in-dividu(eel). Dit is er nog niet bij de geboorte. Het is een levenslange
taak om individu te worden, dus het proces van individuatie aan te gaan, een
kernbegrip bij Jung: een unieke persoon te worden die een eenheid is inclusief zijn
diepere zelf; meer dus dan het ego, in het Oosten ook wel verwoord als het pad naar
zelfverwerkelijking: het Zelf wil zichzelf verwerkelijken.
Het onderscheid tussen ‘ego’ en ‘Zelf’ vinden we ook terug in de oude Oosterse
wijsheid, waarin Jung zich grondig verdiept heeft. Daarin is Atman het individuele
leven, doen en laten, het sterfelijke en afgescheiden ego is, en is Brahman de
universele, ongedeelde eenheid, de oergrond, waarvan de onsterfelijke ziel deel
uitmaakt. Dit laatste begrip kent ook de Tao, een oude Chinese filosofie. ‘Laat dat
maar zijn gang gaan’, zegt het taoïsme, ‘buig er maar met mee, verzet je niet’.
Dit vereist waarnemen, denken, taal, communicatie en andere vermogens die de
baby nog niet zozeer ontwikkeld heeft. Het resultaat is meer dan egoïsme of
egocentriciteit, omdat de mens nu eenmaal in de wereld leeft, en wel met anderen.
“Mens zijn is in de wereld zijn; mens zijn is met elkaar zijn” schreef Heidegger later. Persona, anima en animus
Persona is Grieks voor masker; toneelspelers droegen dit. Het is het beeld van jezelf dat je aan de buitenwereld laat zien, het aangepaste beeld dus, niet je ware zelf of
identiteit.
De anima is de vrouwelijke kant van de psyche, de animus de mannelijke kant. Beide
kanten zijn in elk mens aanwezig, zij het in verschillende mate. In elke vrouw huist
ook een ’man’, in elke man huist ook een ‘vrouw’.
Zowel de anima als de animus heeft een positieve en een negatieve kant, en zowel
een primitief niveau of aspect alsook een meer gedifferentieerd niveau of aspect.
De man kan er toe neigen zijn anima te ontkennen, naar het onbewuste te
verdringen; de vrouw kan ertoe neigen haar animus te ontkennen, naar het
onbewuste te verdringen. Beiden worden dan ‘halve mensen’, die dus naar ‘hun
wederhelft’ verlangen om weer één, een geheel te worden, zoals Plato al zei – en in
het boek Genesis al staat: “Zij zullen één (vlees) worden.” De alchemisten (en Jung)
noemen dit de hieros gamos, het heilige (spirituele) huwelijk. Dromen
Dromen zijn de poort tussen het bewuste en het onbewuste. Ze proberen ons iets te
zeggen, ons iets bewust te maken, iets uit te leggen wat het bewustzijn niet snapt of
niet wil zien. Dromen spreken in beelden, metaforen, vaak archetypen. Dromen
doen niet aan (onder)scheiden, niet aan de logica en zelfs niet aan de tijd. Zij
onthullen de verborgen, de verdrongen kanten van het innerlijk. Moeder is lief,
natuurlijk, maar volgens Jung is ‘de moeder als heks’ een veel voorkomende
standaard droom.
Neurose en complex
Freud en ook Jung gebruiken de term neurose voor een innerlijk conflict, het oneens
zijn met zichzelf, uitmondend in een poging dit conflict op te lossen. Als die
‘oplossing’ uitmondt in het ontkennen, verdringen, afsplitsen van psychische
inhouden of fragmenten die het bewustzijn weigert te erkennen, worden ze
onbewust maar zijn ze niet verdwenen. Ze zijn actief en dynamisch, ze gaan hun
eigen gang, volgen hun eigen wetten en beïnvloeden onbewust het voelen, denken
en handelen, doorgaans op een als hinderlijk ervaren wijze. Je hebt dan een complex.
Een complex is het per definitie onbewuste afgesplitste, verdrongen deel van de
persoonlijkheid. Ze kunnen de prestaties en het welbevinden remmen of
bevorderen. Ze zijn uit het bewustzijn verdrongen, maar ze zijn niet weg; ze worden
autonoom, gaan hun eigen weg, ze willen terug in het bewustzijn. Dit is niet per
definitie slecht. Psychische krachten als agressiviteit en destructiviteit kunnen, zegt
Jung, indien beheerst, ook creatief en constructief worden. De stoere man kan zijn
zachte kanten verdrongen hebben, de extreem pacifistische man kan ‘de strijder’ in
hem verdrongen hebben. Complexen maken dankbaar gebruik van de in het
onbewuste, dus in het Zelf, al aanwezige archetypen; ze zijn er altijd. Deze krijgen
dan, individueel en/of collectief ingevuld, de vorm van de verdrongen inhouden.
Trauma
Een traumatische gebeurtenis is een plotselinge schadelijke gebeurtenis die schrik,
angst, schaamte, afschuw, schuld en zo meer oproept, of een serie van die
gebeurtenissen, die niet te plaatsen en te duiden zijn in de (gewenste) orde van het ik
en die dus liever verdrongen worden naar het onbewuste – maar ja, we weten dat
deze toch ‘gezien willen worden’, verwerkt willen worden, dus steeds weer
opduiken in het bewustzijn zodra er een trigger is die dit kan oproepen. De persoon
gaat die trigger dan liever vermijden – bijvoorbeeld seks-beluste mannen (of, in mijn
geval: als kind mijn vader en later elke oorlogsfilm). Associaties
Dit zijn spontane verbindingen tussen bewustzijnsinhouden die kennelijk met elkaar
verbonden zijn geraakt. Bij een associatietest biedt de onderzoeker een woord, beeld
of symbool aan met het verzoek daar direct, onmiddellijk en zonder nadenken op te
reageren. Zo onthult zich iets van het innerlijk en het onbewuste. Jung geeft er eigen
voorbeelden van in zijn autobiografie.
Toen de pastoor sprak van “God de Vader” zei ik: “Nou, dan hoeft het van
mij niet!” Ik vertelde hoe ik mijn vader beleefde, nota bene de penningmeester
van het kerkbestuur (waardoor ik vaak met enveloppen met girobiljetten – en
een sigaar - naar de pastoor moest voor diens handtekening erop). “Je vader is
streng en precies,” zei de pastoor, “maar God is ook goed; God is een goede
en lieve Vader. Trouwens, je vader werkt toch ook hard om voor jullie de kost
te verdienen?”
De mandala
Dit is een meestal vrij grote rijk
gevulde tekening van een grote cirkel,
doorgaans met een vierkant er
omheen, met binnenin weer een
kleinere cirkel, vaak met binnenin ook
nog een symmetrisch kruis (dus een
+, niet een †). We zien ze veelvuldig
en mooi in boeken over het
boeddhisme en verwante richtingen.
Jung was er dol op; hij tekende ze ook
zelf en vroeg zijn patiënten dit ook te
doen. Kinderen tekenen die vormen
vaak spontaan.
Mandala ‘Het gouden kasteel’ door
Jung in Het Rode Boek →
De mandala is een poging van de mens om de verwarrende werkelijkheid te
ordenen. De binnenste cirkel helpt om de kern van de persoon, het Zelf, zichtbaar te
maken, te vullen met symbolen, aan te duiden, te duiden.
De vierkanten en het kruis bedoelen de werkelijkheid om de persoon heen te duiden
middels symbolen. Een vierkant met vier vakken is een manier van de mens om de
werkelijkheid te ordenen en te duiden langs twee assen, waardoor je vier vakken
krijgt.
Als je de symbolen en hun plek op de tekening nader beziet en overdenkt, kan de
cirkel in het vierkant erop duiden dat de cirkel het globale gemiddelde bevat en dat
de uiteinden van de assen daar dan buiten vallen, extreem zijn: de super-alleenmaar-
mannelijke man, de idem-idem-vrouw, het kind dat alléén maar kinderlijk is -
of gebleven is of slechts zo gezien wordt, de wijsheid van het kind ontkennend of
nog niet bereikt hebbend.
Synchroniciteit
Dit is een wat lastiger te begrijpen begrip van Jung. Het betekent dat twee
gebeurtenissen onafhankelijk van elkaar gelijktijdig plaats vinden en dat de mens
hier een betekenis aan geeft die beide losse gebeurtenissen te boven gaat. Of dit op
het materiele vlak te bewijzen valt, doet niet ter zake, het punt is dat de mens er een
betekenis aan geeft en dit zegt dus iets over de mens, hier als individu.
Het zou kunnen zijn dat hier ‘hogere machten’ van buitenaf aan het werk zijn, zo
beleeft de mens dit wel, maar die kan de mens niet kennen.
Die ‘hogere macht’, zegt Jung, is hier het Zelf dat, van binnenuit dus, met behulp
van symbolen en archetypen, een betekenis geeft aan gebeurtenissen die voor een
ander toeval zijn of in het geheel niet opgemerkt worden. Dus: het gaat niet om de
gelijktijdigheid op zich, maar om de duiding van de gelijktijdigheid. Het Zelf gebruikt
de gebeurtenissen even om zichzelf te tonen; bij dat ‘zichzelf’ horen dus ook de
schaduwkant en de complexen, die de kans benutten om zich ook even te laten zien.
Ze willen zich graag kenbaar maken aan het bewuste ik, wat ermee aan het werk kan
gaan, bij voorkeur natuurlijk creatief en constructief. Zo vormt het beleven en duiden
van synchroniciteit, net als de (dag)dromen, op individueel niveau een poort van het
bewuste naar het onbewuste waardoor het Zelf zich kan melden.
Ook op collectief niveau vindt zoiets plaats: het feit dat de mens zich al eeuwen lang
goden (of één God) voorstelt en daar betekenis aan geeft, zegt nog niets over het
feitelijk bestaan van deze wezens, maar eens te meer over de mens zelf als betekeniszoekend
wezen. Denk aan de oude sterrenkundigen die die sterren die een groep
leken te vormen namen gaven en als goden gingen zien.
Jung sprak hierover met de fysicus Wolfgang Pauli. Deze onthulde hem de eerste
beginselen van de kwantumfysica, namelijk dat je te zien krijgt wat je wil meten: golf
of deeltje, één van de twee, terwijl je toch één atoom bekijkt, dat blijkbaar allebei
tegelijk kan zijn. Ook kan een kwantum, een pakketje energie, tegelijk positief én
negatief zijn. Er moet dus een eenheid zijn die golf en deeltje, en die positief en
negatief te boven gaat. Zo geeft het Zelf met de symbolische duiding van een
synchroniciteit een duiding aan die de afzonderlijke gebeurtenissen, en zelfs de tijd
en plaats ervan, dus ook de causaliteit (oorzakelijkheid) te boven gaat.
Pauli reikte hem ook een symbool aan dat al vanaf de derde eeuw gebruikt wordt in
de alchemie, destijds rotundum geheten, wij zeggen: een ring. Wil je die wiskundig
beschrijven, dan heb je een imaginair getal nodig, een getal dat getalsmatig niet
beschreven kan worden maar intussen wel bestaat, dus gelijktijdig zowel ‘er is’ als
‘er niet is’, zoals de wortel uit min één (dit getal heet i van imaginair), het getal pi en het begrip ‘oneindig’. Dit laatste wordt ook wel als een cirkel weergegeven. Als je de
ring een kwart slag draait, zie je het cijfer 1, dus de ring symboliseert zowel de
begrippen ‘nul’, als ‘één’, en ‘oneindig’ binnen één geheel op een hoger/dieper
niveau. Op dit niveau tellen tijd en causaliteit niet meer mee, wat er is, dat is er
gewoon. Dit is het niveau van het Zelf dat zich manifesteert.
Jung vist dan uit de Tao en de I Tjing de symbolen Yin en Yang op, respectievelijk
‘donker, rationeel, mannelijk’ en ‘licht, gevoelsmatig, vrouwelijk’, die toch samen
een eenheid (kunnen gaan) vormen die deze verschillen te boven gaat en die samen
een nieuw geheel vormen. Zo kunnen de anima en de animus zich in de hieros gamos, het 'heilige (spirituele) huwelijk',
ook verbinden tot één nieuw geheel dat de tegenstellingen te boven gaat. Zo ook kan
de mens pas één ongedeeld individu worden als de mens zowel het materiele als het
immateriële serieus neemt en met elkaar verbindt, en zowel het bewuste als het
onbewuste deel van de psyche erkent en tot een nieuw geheel maakt: het individu.
Jungiaanse therapie
We kunnen dan al vermoeden dat de Jungiaanse therapie gericht is op het
individuatieproces, hierbij zowel het bewustzijn als het onbewuste onderzoekt en
zodoende tegenstellingen weet te verbinden tot een hoger, meer harmonisch (of
holistisch) geheel.
Hierover zal het volgende college gaan. Met dit college sluiten we de reeks “Ken uw
klassieken” dan af en gaan we over op de sectie “Hoe help je mensen?” Het huiswerk is dan: begin eens met herkennen van je eigen schaduwkant en projecties … De bronnen
Naast een reeks ‘losse artikelen’, o.a.
Arthur Eaton: De laatste tovenaar; Carl Gustav Jung; De Groene Amsterdammer, 4
juni 2020.
C.G. Jung: Het ik en het onbewuste; Servire.,Den Haag, 1974
C.G. Jung: Herinneringen, Dromen, Gedachten; een autobiografie; Lemniscaat,
Rotterdam, 1994.
Carl G. Jung: De mens en zijn symbolen; de werkelijkheid van het onbewuste;
Lemniscaat, Rotterdam, 1966 & Uitgeverij Amsterdam Boek, Amsterdam, 1976.
Deirdre Bair: Jung, een biografie; De Bezige Bij, Amsterdam, 2004.
Het Tijdschrift Prana, de nummers
Het Tijdschrift Mantra, de nummers
[ < Vorige ] [ Start ]  [ Omhoog ] [ Volgende > ]
|