G.T. Roelofs, psychiater-seksuoloog - NVVS
Symposium Multidisciplinaire Seksuologie, Kasteel Rijckholt, Donderdag 24 april 1997
1. Pedofilie1.1. Inleiding50 Jaar geleden was homofilie een psychiatrische ziekte
waarvoor je behandeld moest worden. 25 Jaar geleden werd homofilie van de lijst
van afwijkingen geschrapt en beschouwd als een normale variant 1.2. De stand van zaken anno 1997 over pedofilie
|
Opvattingen over pedofilie |
Normale variant,zoals homo- en heterofilie. |
AbnormaalBiologisch verworven of aangeleerd. |
1.2.1. Pedofilie is een normale variant en net zo biologisch verankerd als homo- en heteroseksualiteitDe mensen die er zo over denken zijn niet groot in getal, maar hun aantal neemt wel toe. Mocht deze opvatting op waarheid berusten, dan heeft de maatschappij een opdracht en ook de pedofiel nl.:
Hoe zou deze regulering er dan uit moeten zien?Daar zijn op het ogenblik nog geen voorbeelden van, maar de regels zouden ongeveer als volgt geformuleerd kunnen worden:
Wat is eigenlijk de zin van deze 5 regels als bijna geen een pedofiel aan deze voorwaarden kan voldoen?De betekenis van deze 5 voorwaarden is drieledig:
1.2.2. Pedofilie is abnormaalDit is een wijdverbreide mening, waarbij de meesten de oorzaak zoeken in traumatische jeugdervaringen en sommigen denken aan een afwijking door biologische oorzaken. In deze visie is elke pedofiel zonder meer rijp voor de psychiater en gevaarlijk voor de maatschappij. Er is echter nog nooit een pedofiel door therapie of gevangenisstraf veranderd in een niet-pedofiel. Vandaar dat de behandeling tegenwoordig niet gericht is op de pedofilie zelf, maar op het overschrijden van grenzen. In deze zin is de behandeling hetzelfde als bij heterofielen: men probeert een verkrachter niet van zijn heterofilie af te helpen (dat lukt toch niet), maar wel van het overschrijden van grenzen van de ander. 2. Jongeren
|
Opvattingen over jongeren (12-16 jaar) |
Tegen hun zin; er is geen consensus |
Botweg (geweld) |
Manipulerend ('grooming') | ||
Nog geen zelfbepaling; consensus niet mogelijk |
||
Wel zelfbeschikkingsrecht; consensus wel mogelijk |
2.1.Jongeren (12-16 jaar) die tegen hun zin seksuee1 benaderd worden. Iedereeen is het erover eens dat dit bestreden moet worden. 2.2.Jongeren (12-16 jaar) die zeggen zelf uit vrije wil bepaald te hebben dat ze seksueel benaderd willen worden, dan wel zelf het initiatief daartoe willen nemen. Er wordt zeer verschillend tegen het zelfbeschikkingsrecht van kinderen aangekeken. Duidelijk is dat kinderen die in sterk afhankelijke posities verkeren hun wil niet in vrijheid kunnen bepalen, zoals gehandicapten (geestelijk of lichamelijk) , reeds getraumatiseerden of jongeren die sterk onder druk en dreiging staan, soms zelfs door hun eigen ouders. 2.3.Maar wat te zeggen van jongeren die niet onder druk staan? Onderzoek naar de psychosociale en seksue1e ontwikkeling van jongeren tussen 12-16 jaar geeft aan dat zij wel degelijk in staat zijn tot zelfbepaling. Zo kan -volgens onze wet - een meisje van 12 jaar zelfstandig bepalen of ze een abortus wil! of niet en kunnen kinderen boven 12 jaar bij een echtscheiding zelf bepalen bij welke ouders ze willen blijven. In de hulpverlening hebben we echter veel vaker te maken met jongeren die tegen hun zin in seksuee1 misbruikt worden en met daders die zich niets aantrekken van de wensen en de wil van de jongere. 3. DaderbehandelingAlvorens dit onderwerp te bespreken eerst een bijdrage [bijlage #1] over de discussie over pedofilie (uit 1995) en daarna drie voorbeelden voor de casuïstiek - zie de bijlage [#2]. Uit deze casuïstiek komt duidelijk naar voren dat door de heterogeniteit van de daders verschillende behandelingswijzen nodig zijn. Om een dader goed te kunnen behandelen is het nuttig te
weten waarom iemand tot seksueel misbruik overgaat. |
Theorieën over seksueel gewelddadig gedrag - een overzicht |
||||
Niveau |
Primair accent |
|||
Biologisch |
Psychologisch |
Sociologisch |
Cross-cultureel |
|
BegrijpenVerklarenEtiologie |
Socio-biologie
Genetische, hormonale en hersenfactoren |
Marshall & Barbaree
Malamuth Evolutionaire psychologie |
Feministische zienswijzen
Brownmiller |
Sanday
Rozee |
Behandeling |
Relaps prevention (Pithers) |
|||
Preventie |
Voorspellen recidive (Quinsey) Voorlichting |
De internationaal meest invloedrijke zienswijzen over de oorzakelijke factoren van seksueel gewelddadig gedrag zijn het bio-psycho-sociale model van Marshall & Barbaree (1990) [Bijlage # 3] en het feministisch-geïnspireerde sociaal psychologische model van Malamuth (1996) [Bijlage # 4]. Wat de behandeling betreft is de laatste jaren het inzicht gegroeid dat niet alleen de persoonlijkheid van de dader belangrijk is, maar ook de aard van het delict en het delictpatroon. Hierbij krijgen vooral die factoren de nadruk die het delictgedrag in stand houden en de kans op herhaling vergroten. Vandaar de toenemende aandacht voor het delictscenario
en een cognitief-gedragstherapeutisch model van het terugvalproces
Een delictscenario is het resultaat van een semi-gestructureerd interview om cognitieve, emotionele, gedragsmatige en situationele factoren voorafgaand, tijdens en na het delict in kaart te brengen als ware het een opeenvolging van kleine voorvallen, waarbij de ene gebeurtenis - als een kettingreactie - de andere veroorzaakt, met als sluitstuk het delict zelf.
Het aldus opgestelde delictscenario wijst ons de weg hoe de dader behandeld moet worden,want hoe eerder hij leert in de keten te interveniëren, hoe meer kans hij heeft een delict te voorkomen. De boodschap bij deze benadering blijft steeds: je kunt er nooit vanaf komen, je kunt het wel onder controle krijgen ("no cure but control"). Er zijn een aantal uitgangspunten voor zo'n behandeling
Er zijn enkele minimum criteria voor (opgelegde) behandeling
En dan is er ook nog een plan van aanpak, met diverse doelstellingen [en werkwijzen]Doelstellingen
Werkwijzen
Plan van aanpakDit staat in bijlage # 7. Ten slotte wil ik het onderwerp daderbehandeling afsluiten met Vier stellingen.
4. Andere parafilieën4.1. Waar hebben we het dan over?Diverse benamingen:
We weten nu dat bij het ontstaan van iemands' seksuele oriëntatie, hetero-homo-bi (en pedo-?) seksualiteit, biologische factoren een belangrijke rol spelen, maar hoe parafilieën ontstaan, dat is nog een groot raadsel. Er zijn natuurlijk tal van theorieën,maar geen een is sluitend. Ik za1 een van de eerste ideeën noemen: Freud:de menselijke seksualiteit is een samenvloeisel van allerlei variaties (polymorf pervers), maar in de loop van de kindertijd verdwijnen de meeste variaties en blijft er praktisch alleen nog heteroseksualiteit over. En een van de ( voorlopig) laatste theorieën komt van John Money:kinderen leren hun moedertaal door oefening. Op dezelfde manier formeren ze via het seksuele oefenspel een "Liefdeskaart". Als ze daarbij niet worden gestoord, ontwikkelt de liefdeskaart zich doorgaans heteroseksueel. Worden ze we! gestoord, dan kan er een parafilie ontstaan.
4.2. Casus Travestie
Joop, een 42-jarige gehuwde architect, wil tijdens het vrijen met zijn vrouw panty's
dragen. Het windt hem seksueel erg op. Maar - zegt hij - "ik kan ook
zonder panty's heel goed vrijen''. "Daarom maak ik me geen zorgen". Behandelingsplan:
4.3. BehandelingWe weten niet goed hoe een parafilie ontstaat en we kunnen het ook niet succesvol behandelen. Vaak is dit ook niet nodig, want de parafilie is eerder speels (travestie, fetisjisme, SM) dan gevaarlijk. Maar wat als de partner de parafilie sterk afkeurt of als de parafilie gevaarlijk is? Dan kan overwogen worden de parafiele wensen, fantasieën en gedrag te onderdrukken met een combinatie van psychotherapie en farmacotherapie (Androcur, 2 dd 50 mg.). Standaardprogramma's voor alle parafilieën zijn er niet, er zal dus maatwerk
geleverd dienen te
|