Een tweede gehechtheid
In college # 21 [*] schreef ik over ‘Hechting’ als noodzakelijke start in het leven van een kind.
Wat er mis kan gaan is dat er geen hechting plaatsvindt.
Ik schrijf dan:
“Er is te weinig contact en relatie met de ouders. […] Het kind voelt zich alleen en het leert niet relaties aan te gaan. Het staat alleen op de wereld. Hopelijk vindt het een Vitalis, een volwassene die wel contact legt en zo de vitaliteit van het kind weet te redden.”
[*] < https://www.helping-people.info/mini_colleges/mini-college_21.html >
En verderop:
“Een kind bij wie het eerste hechtingsproces, dat met de ouders, is mislukt, is gebaat met een herkansing: een hechting in tweede instantie, als een Vitalis voor Remí. Ik mag wel zeggen dat dit de rode draad is in mijn leven waarin ik, naast mijn dochter, meerdere pleegkinderen heb mogen verzorgen. Dit niet zonder problemen, maar wel met inzet, liefde en plezier. Remí knapt ervan op, wordt vitaler, omdat er iemand voor hem zorgt; Vitalis knap ervan op, wordt weer vitaal, omdat hij een zinvolle taak op zich genomen heeft.”
Ik beschrijf dan de ervaring dat de procesfasen (1) hechting, (2) stabiliteit en (3) onthechting, in
een pleegzorgsituatie sneller verlopen.
Hier valt nu iets aan toe te voegen.
De schaduwkant
In college # 18, over Gustav Jung [*], dook het begrip “de schaduwkant” op:
“De schaduw is het als inferieur, minderwaardig of slecht ervaren deel van de
persoonlijkheid, het deel dat niet geleefd kan worden, dus wordt afgewezen, verhuld,
verdrongen, ontkend, verloochend, en ‘opgeborgen wordt’ in het onbewuste … […]
De schaduw wordt dan een tegengestelde deelpersoonlijkheid. Deze gaat echter, volgens
de wetten van het onbewuste, wel gewoon zijn eigen gang, wat het leven kan verstoren en
dus onderdrukt moet worden. De schaduw wil echter gekend, gehoord, gezien en
minstens enigszins ook geleefd worden. Hij klopt op de deur van het bewustzijn.”
[* < https://www.helping-people.info/mini_colleges/mini-college_18.html >]
Wel, reken er maar op dat die schaduwkant zich terdege meldt bij uw pleeg- of verzorgkind. Dit draagt de gevolgen van de vroege hechtingsproblematiek, vaak verwaarlozing, met zich mee. Het kind zal dus niet alleen maar lief en dankbaar zijn. Het is de bittere ervaring van een deel van de adoptieouders met een kind uit een problematische situatie. Vanaf de puberteit, gevolgd door de adolescentie en de jong-volwassenheid groeit er soms … een crimineel op uit dit kind.
Er is enige overeenstemming in de orthopedagogiek dat de kans hierop kleiner is naarmate het kind vroeger een tweede hechting wordt aangeboden, vóór de puberteit, anders ben je te laat. Dit laat onverlet dat het ook in die gevallen lelijk mis kan lopen of dat het op zijn minst erg moeilijk
wordt voor de nieuwe ouders.
Contact inclusief de schaduwkant
Zo kom ik tot de kern-stelling dat voor een tweede kans op gehechtheid niet alleen, uiteraard, contact met het kind nodig, maar contact inclusief de schaduwkant.
Dit is een kernstelling uit mijn proefschrift. Dit gaat over een methodiek voor het omgaan met botsingen en conflicten in het dagelijkse leven door groepsleiders in de tehuizen voor kinderen, gebaseerd op de analyse van 6000 conflictverhalen van 53 groepsleiders/-sters in elf leefgroepen.
Het blijkt, kort gezegd, niet om de kinderen, zoals ‘de theorie uit het hoofdgebouw’ nogal eens zei, ‘structuur’ en ‘houvast’ en soms zelfs ‘professionele afstand’ aan te bieden. Dit wordt vertaald in regels en die resulteren in conflicten met het verloop van, inderdaad, afstand.
Die afstand kan erg letterlijk worden: in een van de elf groepen waarin men dit type ‘houvast’ nastreefde, lief de groepsleiding met de helft van de kinderen vast, resulterend in weglopen of overplaatsen. In andere groepen werden de maaltijden en het naar bed brengen beleefd en genoemd als de moeilijkste momenten van de dag: juist de momenten waarop de regels golden.
We ontdekten wat de kinderen harder nodig hadden: contact inclusief de schaduwkant. Kinderen moeten verdrietig, boos, passief, opstandig en druk mogen zijn. Loopt de boel dan niet uit de hand? Nee, juist niet. De kunst is dan natuurlijk wel om methodisch met die botsingen en conflicten om te gaan. Dit vergt professionele nabijheid in plaats van afstand, optreden en
communiceren als persoon tot persoon.
In de afgelopen jaren heb ik, gepensioneerd, in mijn huis vaak daklozen opgevangen, onder wie ook mensen die op grond van incidenten uit een kliniek of begeleid-wonen situatie waren weggestuurd. De kunst is dan, zo bleek, om door je optreden, vooral door je manier van communiceren, een incident ‘om te toveren’ tot akkefietje, dit op te lossen en samen verder te kunnen.
Hoe doe je dit? Het staat hier pal boven: door contact inclusief de schaduwkant en door te communiceren als persoon tot persoon.
In mijn definitie van het begrip ‘persoon’ zit ‘het hebben van grenzen’. Geef dus je grenzen aan als persoon in wat ik noem “een grens-aangevende
boodschap” die jouw grenzen meldt én de grenzen van de ander respecteert. Dit vergt: niet oordelen en wel empathisch luisteren, waarover we al bij Carl Rogers lazen over de aard van de helpende relatie (de colleges 22, 23 en 24).
< https://www.helping-people.info/mini_colleges/lijst.html >
Nu maak ik een sprong:
Wie kunnen dit doen?
Houden die adoptie- en pleegouders van hun kind? Ja, natuurlijk! Vertaal houden van kinderen nu eens in het Grieks en wat krijg je dan: precies het onderwerp van deze serie colleges.
Nog een stap verder: kunnen ook anderen dit doen, dit ‘een Vitalis zijn voor een Remí? Mijn antwoord is: ja, dat kunnen ook anderen zijn dan een ouderpaar. Vooreerst natuurlijk oma en opa, oom en/of tante, maar ook een juf of ‘mees’ op school, een groepsleider/-ster, een coach in de sport, een pastor, een buurman (een boer bijvoorbeeld!), een oudere vriend(in), een mentor (een ZIM = een Zelf Ingebrachte Mentor), in de literatuur ook genoemd Higly Involved
Man/Woman.
Voorwaarde 1 = Je houdt van het kind.
Voorwaarde 2 = Je legt dat contact, geeft een zekere mate van intimiteit vorm, maar niet de vorm van seksualiteit; je weet lust en liefde te onderscheiden.
Is dit moeilijk voor wie ‘van kinderen houdt’? Nee, het vergt, als je ook iets van een verlangen naar seksuele intimiteit voelt, zelfbeheersing, zelfdiscipline. Dit laatste geldt voor iedereen. Als je verliefd wordt op een jongen of meisje, op je knappe buurvrouw of -man, zijn er maatschappelijke en wettelijke regels die zelfbeheersing vragen; bij volwassenen tot je het samen
eens bent dat er meer intimiteit kan zijn, bij kinderen ligt de grens bij seksualiteit, vastgelegd in door de volksvertegenwoordiging unaniem aangenomen wetten.
Bovendien kennen we de getuigenissen van kinderen en volwassenen dat het overschrijden van die grens grote onvrede en problemen kan geven, wellicht niet op het moment zelf, maar later of veel later. Zo kwamen mij aangiften ter ore die gedaan werden tien, twaalf of zelfs twintig jaar na de seksuele ervaring als kind. Het hoeft niet per se of per definitie zo te lopen, het kán wel zo lopen, dus neem dit risico niet. Er zijn ook getuigenissen van mensen die hier hun leven lang over gezwegen hebben, tot ze het eindelijk aan iemand durven te vertellen. Rondlopen met zo’n geheim is zeer belastend. Vandaar de tweede voorwaarde: geen seksualiteit. Er staat niet: geen
intimiteit. Ga dus gewoon en goed met kinderen om, zoals goede ouders dit ook doen.
Ik stel dus dat (ook) mensen met pedofiele gevoelens in staat kunnen zijn om een Vitalis te zijn voor een Remí. Zowel Remí als Vitalis kunnen hier baat bij hebben. Voor Vitalis: een zinvolle bezigheid, zin en betekenis in je leven.
Niet iedereen denkt er zo over.
“Maar meneer, u bent een dader!”
In mijn artikel met deze titel (zie bij De Bronnen) beschrijf ik de werkwijze in meerdere (poli)klinieken voor behandeling van ‘pedofielen’, vaak tot deze behandeling verplicht na een pedoseksuele daad of daden. Vrijwel standaard in dit type behandeling is een verbod, ondersteund door de reclassering en haar macht, om met kinderen om te gaan. Dit kan zover gaan dat zelfs het kijken naar en het fantaseren over kinderen ‘sterk wordt afgeraden’ – lees: verboden, anders ‘werkt u niet mee aan de behandeling en moeten wij dit melden aan de
Reclassering en de officier’.
“Meneer, u kunt hier in behandeling komen, maar wij stellen wel een voorwaarde: dat u uw pleegkind wegstuurt. Wij zeggen namelijk ‘geen potentiële dader en potentieel slachtoffer onder één dak’ …”
Gevolg: de persoon gaat ook zichzelf als dader zien en dit als identiteit beleven, voelt zich afgewezen door de samenleving, gaat in ‘Wij ↔ Zij’ denken en leven, voelt frustratie, haat, wrok,
eenzaamheid, isolement, depressie … een mentale staat die juist tot (nieuwe) delicten kan leiden.
In mijn artikel beschrijf ik mijn onderzoek naar dit type behandeling, in het bijzonder zoals deze door de ‘patiënten’ beleefd wordt, als wat ik noem “narratieve dwang”: dwang om op een bepaalde manier te denken en te voelen – en concludeer ik dat dit niet werkt.
Een alternatief bied ik aan in mijn intussen vrij ruim bekende lezingen in Parijs en elders in 2001.
< https://www.helping-people.info/index.html >.
Dit wordt nu vanuit de samenleving bekrachtigd door een VOG (Verklaring Omtrent het Gedrag) te eisen voor iedereen die met kinderen in een institutioneel verband werkt (school, tehuis, buurthuis, sport). De ambtenaar kijkt dan niet alleen naar veroordelingen, maar ook naar sepots en aangiften, dus verdenkingen. Voor vrijwel alle delicten geldt een beperkte termijn van,
naar ik meen, vijf jaar, maar voor zedendelicten geldt dit vreemd genoeg zelfs na de dood. Dit is strijdig met het rechtsbeginsel dat iedereen recht heeft op een tweede kans.
De VOG-plicht geldt niet voor particulieren die met elkaar afspraken kunnen maken over het passen op of, begeleiden van, of zorgen voor hun kind. Staat dit kind echter onder toezicht van een (gezins)voogd, of wordt het voordien alleen maar onderzocht door de Raad voor Kinderbescherming, dan zullen de medewerkers hiervan alles doen om contact tussen kind en ‘pedofiel’ te vermijden, lees: verbieden.
De cancel cultuur
Wat we nu zien is dat iemand die zelfs maar iets geschreven heeft over ‘pedofilie’ in een roman, fictief dus, voor volwassenen, geen gedicht mag schrijven voor de Kinderboekenweek, vindt dan een deel van de bevolking, dat niet aarzelt om meteen maar doodsbedreigingen te sturen en te publiceren.
Indringend was de wereldwijde discussie of je nu nog naar de muziek van Michael Jackson mag luisteren, die immers aan een kind zou hebben gezeten. Datzelfde kind verklaarde, man geworden: “Ik heb gelogen. Ik wilde mijn vader aan geld helpen.” Die zaak is immers niet voor de rechter geweest maar met een som geld afgekocht.
De contact-discussie
Onder de mensen met een pedofiele oriëntatie is jarenlang gediscussieerd over de vraag of seksueel contact met een kind nu wel of niet ethisch verantwoord is, en zo ja, onder welke voorwaarden. De standpunten kregen de namen pro-[seksueel]-contact contra no-[seksueel]-contact. Nu is het zo dat de over-overgrote meerderheid zich duidelijk uitspreekt over het no standpunt.
(Zie: De staart van een lange takshond:
< https://www.jorisoost.nl/lees/ethiek/staart.htm >.
Geachte samenleving
Wilt u, in het bijzonder de journalisten, het onderscheid tussen pedofilie (gevoel) en pedoseksualiteit (daad) blijven maken? Dit komt nu juist langzaam op gang. Besef dat pedofilie niet verboden is en
niet verboden kan worden, omdat gevoelens niet verboden kunnen worden; alleen daden kunnen dit. Het onderscheid is al besproken in het eerste college van deze reeks [*], inclusief het feit dat er een overlap is tussen beide begrippen. Bedenk ook dat het meeste kindermisbruik juist in de gezinnen plaats vindt en door mensen zonder pedofiele oriëntatie.
[*] < https://www.helping-people.info/mini_colleges/mini_college_01.html >
Waarde psychologen en psychiaters, wilt u de (mijns inziens) dwaalweg verlaten door uzelf “gedragsdeskundige” te noemen en dus de nadruk te leggen op gedrag in plaats van de betekenis van gedrag, ofwel op het innerlijk, ook wel genoemd de psyche van de mens? Wilt u terug stappen van
het biologische model, dat gedrag veroorzaakt ziet door vooral biologische factoren, naar het model van de mens als handelend wezen die handelt vanuit redenen en motieven en op grond daarvan zijn of haar gedrag kiest vanuit diens betekenisgeving, een puur mentaal proces.
IJverige behandelaars, wilt u de methodiek van technieken om ‘ongewenst gedrag veranderen in gewenst gedrag’, en het gebruik van macht dat hier inherent aan is, verlaten? In het bijzonder dus de narratieve dwang die ik aan de kaak stelde als methodiek verlaten en de weg terugzoeken naar de helpende en groeibevorderende relatie? Een mens is geen machine, maar een zoekende
medemens.
Geleerde juristen, wilt u attent zijn dat het basisbeginsel van ‘iedereen heeft recht op een tweede kans’ in acht genomen blijft worden?
IJverige studenten, bedankt voor het lezen van deze reeks colleges, die een antwoord wil geven op de door mij veel gehoorde klachten van studenten en afgestudeerden ‘Over pedofilie heb ik niets of nauwelijks iets geleerd’, en dus de klacht van de cliënten ‘Die mensen weten niets van pedofilie.’ Weest u zo ijverig om ook eens te kijken naar der bronnen die elk college besluiten?
Hier komen ze:
De bronnen
Verhalen over de tweede gehechtheid
Vitalis en Remí:
Hector Malot: Alleen op de wereld. Van Goor, 1878 > 1880 > …
‘Vitalis’:
Tilly van Uffelen & Eva de Vroome: Jeugdzorgprofessionals over 20 verhalen uit het hart; Jeugdzorg Nederland.
“… Dwars door alle wachtlijsten, systemen, crises en overplaatsingen heen ontmoette ik de afgelopen jaren af en toe mensen die echt van kinderen houden. […] Jeugdzorg Nederland vroeg me om jeugdzorgprofessionals te interviewen over ‘die ene jongere’, die ze nooit zullen vergeten […] die hun leven veranderde.”
|
|
< https://www.jeugdzorgnederland.nl/wp-content/uploads/2020/02/Die-ene-jongerebinnenwerk_.pdf >
< https://www.erase.be/ >: "Érase que se era... Volverse en reflexión" - Er was eens ...Omzien in bezinning - Vertaald uit het Spaans
-
Bengeltje – of: Anijsmelk in de babyfles:
< https://www.erase.be/verhalen/bengeltje.htm >
“Wij waren in twee inrichtingen en vier pleeggezinnen niet te handhaven... maar jij gaf ons een wending in ons leven."
- Het Koekoeksjong - Een verhaal van een tweede gehechtheid
o Volledige versie, chronologisch, 50 pp
< https://www.erase.be/verhalen/Het%20koekoeksjong.pdf >
o Ingekorte versie, thematisch, 14 pp
< https://www.erase.be/verhalen/KoekoeksjongIngekort.pdf >
“… dit verhaal [gaat] over ‘eerste gehechtheid mislukt, tweede hechting aangeboden en gehecht geraakt, gevolgd door het ook noodzakelijke proces van onthechting. Het verhaal laat ook zien dat de in de eerste kinderjaren ontstane schaduwkant niet zomaar verdwijnt, maar zich terdege laten zien, dus dat juist door het contact inclusief de schaduwkant de tweede gehechtheid mogelijk maakt.”
-
Straatzwervertje kind aan huis
< https://www.erase.be/verhalen/straatzwervertje_kind_aan_huis.htm >
“Reken maar dat ik blijf komen en nog lang zal blijven.” Zo gebeurde het ook.
-
Waterratje zoekt een nest
< https://www.erase.be/verhalen/waterratje_zoekt_een_nest.htm >
Waterratje is al snel kind aan huis bij de man. Hij is er liever dan thuis. Hij logeert er ook met regelmaat. “Houd hem daar maar,” zegt de moeder dan, “tot de school weer begint.”
Rolf Lappert: Naar huis zwemmen – Signatuur, 2011
Hier geen pleeggezin of tehuis, in tegendeel zelfs, maar een oma en een buurman.
“Steeds weer iemand die je redt”: Recensie door Anneriek de Jong in NRC 21 april 2011
Methodiek
G. de Lange: Kinderen zonder thuis in deze wereld; Wolters-
Noordhof, Groningen, 1971
< https://www.bibliotheek.nl/catalogus/titel.830038329.html/kinderen-zonder-thuis-in-deze-wereld/ >
Janusz Korckak: Hoe houd je van een kind – Bijleveld, Utrecht, 1920 [*!] >>> 1985 [* Ken uw klassieken!]
|
|
“Het kind heeft iets misdaan, het heeft een ruit gebroken […]
Het kind wil dat zijn opvoeder juist dán welwillend tegenover
hem staat …” (blz 110) <br>
Kinderen mogen niet praten op de slaapzaal. Korczak laat ze
rustig zachtjes fluisteren. “Waarover praatte je gisteren op de
slaapzaal?” – “Ik vertelde hem hoe het vroeger thuis was, toen
pappa nog leefde.” (blz 166) <br>
“Een opvoeder die in wanorde en met gebrekkige middelen
moet werken, moet niet te zeer verlangen naar orde en comfort;
daarin schuilen vele problemen en gevaren.” (Blz 214, ingekort).
Een kind wordt niet een mens, maar is al een mens. […] Een opvoeder hoort partner te zijn en niet oppasser.” (blz 13)
|
|
Hommes, J.P., Kinderen die je niet gemakkelijk loslaat - Over interacties met kinderen die al in hun eerste relaties teleurgesteld werden
In: J. de Wit, H. Bolle & J.M. van Meel, Psychologen over het kind 5,
Wolters-Noordhof, Groningen, 1979.
< https://www.human-being.nl/Bibliotheek/hommes.htm >
Daar is in de eerste plaats een geschiedenis van mislukte relaties. In het eigen gezin lukte het niet, maar ook het pleeggezin (soms zelfs meer pleeggezinnen) moest het opgeven. Zelfs behandelingstehuizen stoten deze kinderen uit. De kinderen zijn de postpakketjes van de kinderbescherming. [...]
Het kind heeft niet een vertrouwensrelatie met zijn omgeving kunnen verwerven. Het blijft steken in een basaal wantrouwen. [...]
Tijdens de behandeling mag het kind proberen de diverse ontwikkelingstaken opnieuw te realiseren.
Het tekort aan basisvertrouwen is een erg herkenbaar kenmerk van deze kinderen. Zo moeten zelfs betrouwbaar gebleken relaties door de partner steeds opnieuw bevestigd worden. Bij conflicten of na korte perioden van scheiding lijkt de basis van vertrouwen weer geheel verdwenen. Dit is met name voor pleeggezinnen een moeilijk gegeven en vormt een bron van spanningen.
de Lange, Dr G., Hechtingsstoornissen - orthopedagogische strategieën. Dekker & Van de Vegt, Assen, 1991.
Hechtingsgestoorde kinderen voelen zich op geen enkele wijze ingebed met wie of wat dan ook, omgeving, ouders, verzorgers of leeftijdsgenoten. Zij lkeven in een enorm isolemen [...] [Dit boek is geschreven] om deze kinderen beter te kunnen begrijpen en ze thuis, op school of in de hulpverlening uit hun isolement te helpen.
Maier, Henry W., The core of care: Essential Ingredients for the Development of Children Home and Away from Home, In: Child Care Quarterly 8(3), Fall 1979
< https://www.human-being.nl/Library/core_of_care.htm >
-
Henry W. Maier: Zorg weegt het zwaarst - Wat kinderen, thuis of uit huis geplaatst, zeker nodig hebben voor hun ontwikkeling - Jeugd & Samenleving, aug-sept 1983, themanummer 'De groepsleider'
Herdrukt in: De groepsleider, Basisboek voor werkers in de residentiële
hulpverlening, door Maurice van Lieshout en Maria Ruigewaard (Red.), Acco,
Amersfoort/Leuven, 1987
< https://www.human-being.nl/Bibliotheek/zorg_zwaarst.htm >
Gieles, Frans, De zorg als kerntaak, in: Jeugd & Samenleving, aug-sept 1983, themanummer 'De groepsleider';
Herdrukt in
De groepsleider, Basisboek voor werkers in de residentiële
hulpverlening, door Maurice van Lieshout en Maria Ruigewaard (Red.), Acco,
Amersfoort/Leuven, 1987
< https://www.human-being.nl/Bibliotheek/kerntaak.htm >
De groepsleiding [...] ging aanvankelijk uit van de gedachtegang [*] dat de jongens nog niet toe waren aan het aangaan van een relatie met de groepsleiding en dat zij vooral 'structuur' nodig hadden. Die structuur nam de vorm aan van regels. Een van die regels was dat er tussen en buiten de drie maaltijden per dag niet gegeten kon worden. [...]
Jongens in de leeftijd van 11 tot en met 16 jaar hebben wel eens honger 's avonds. Ze proberen aan brood te komen, maar de groepsleiding voorkomt dit. Het is namelijk tegen de regels.”
[* 'de theorie uit het hoofdgebouw … een afgrijselijke misvatting …]
Frans Gieles, Warmte en intimiteit, kan dat wel? Jeugd & Samenleving, aug-sept 1983, themanummer 'De groepsleider'
Herdrukt in
De groepsleider, Basisboek voor werkers in de residentiële hulpverlening,
door Maurice van Lieshout en Maria Ruigewaard (Red.), Acco, Amersfoort/Leuven, 1987
< https://www.human-being.nl/Bibliotheek/warmte.htm >
“De contactkloof bleek te overbruggen. Vanuit dat contact konden conflicten en
gedragsproblemen ook anders benaderd worden. Er kwam een gevoel van saamhorigheid in de groep inclusief de leiding. De relaties werden persoonlijker van aard en er kwam ruimte voor warmte en intimiteit. […] ‘Frodo en ik hebben buiten in de zon gelegen op het grasveld, lekker keuvelen en kindje spelen ‘. […]
De jongens […]: dezelfde gedragsproblemen blijven zich, zij het in afnemende mate, voordoen. Maar de groepsleiding gaat er anders op in.”
Van structuur, dus straf …
|
… naar zorg, dus contact
|
Contact inclusief de schaduwkant
Gieles, F.E.J., Voorzichtige verkenningen van de grens tussen gewenste en ongewenste intimiteit, Lezing, Vlaamse Vereniging van Orthopedagogen, Gent, 24 november 1995; in:
tOKK, Tijdschrift voor Orthopedagogiek, Kinderpsychiatrie en Klinische Kinderpsychologie, Leuven, 22-3, september 1997, pp 129 - 132
Samenvatting van een voordracht voor de Vlaamse Vereniging van Orthopedagogen
Gent, 24 november 1995
< https://www.human-being.nl/Bibliotheek/voorzichtige_verkenningen.htm >
Ons werk doen we vooral door contact te leggen, en wel contact, inclusief de
schaduwkant, zo stel ik in mijn proefschrift Conflict en Contact. Met 'de schaduwkant' is bedoeld de kant die we liever niet zien, de lastige kant: het
heimwee, het verdriet, de boosheid, de overmoed of moedeloosheid; daar in die
schaduwkant ontmoeten we ook de hulpvragen.
Contact ermee leg je door open te staan voor wat de kinderen, ook in hun lastige doen en laten, te 'zeggen' hebben en door deze kennelijk belangrijke boodschappen als zinvol te erkennen en te begrijpen. Ons antwoord zal niet direct op het gedrag betrekking hebben, maar op datgene wat daarin wordt uitgedrukt. De taal die we hierbij nodig hebben is voor een goed deel lichaamstaal.
Gieles, Dr Frans E. J., Goed communiceren* in lastige omstandigheden, het hart van de orthopedagogiek (* van hart tot hart);
In: Communicatie, fundament van de orthopedagogiek; C. van Nijnatten, M. Mildenberg & R. de Groot (Red); Agiel, Utrecht 2007; ISBN 978-90-77834-28-2
< https://www.human-being.nl/Bibliotheek/goed_communiceren.htm >
Als ik dus zeg: ‘communiceer adequaat en bouw zo contact op en onderhoud dit goed’, dan bedoel ik daar niet alleen communicatie en contact met ze zonnige kan van het leuke kind, maar juist met de schaduwkanten van het lastige kind: contact inclusief de schaduwkant.
Frans Gieles, Conflict & Contact, Proefschrift, 1992
< https://www.human-being.nl/Bibliotheek/cc/inh.htm >
Gedrag en handelen:
-
< https://www.human-being.nl/Bibliotheek/cc/h2_frm.htm >.
De schaduwkant:
-
< https://www.human-being.nl/Bibliotheek/cc/h10_sv.htm#k. >
Het zichtbare doen en laten van bewoners (resp. groepsleiders) dat in de ogen van de groepsleider (resp. bewoners) onaangenaam en/of onjuist is en dat men dus liever niet ziet, maar dat, indien men dat doen en laten niet (slechts) als gedrag, doch (ook) als handelen -- dus als zinvol -- interpreteert, een boodschap kan overbrengen die in een hulp- of ontwikkelingsvraag vertaald kan worden.
-
< https://www.human-being.nl/Bibliotheek/cc/h11_3_4.htm >
Omgaan met de schaduwkant op verschillende manieren
-
< https://www.human-being.nl/Bibliotheek/cc/h11_3_5.htm >
Scroll omlaag tot “d. Die schaduwkant!”
-
< https://www.human-being.nl/Bibliotheek/cc/h8_3_2a.htm >
Het tehuis waarin ‘structuur > regels > houvast’ resulteerde in het vastlopen met de helft van de kinderen.
-
< https://www.human-being.nl/Bibliotheek/cc/h8_3_3.htm >
De weg van straffen naar zorg en contact met de schaduwkant:
'Maar meneer, u bent een dader!' - Narratieve dwang als vorm van gedragsaanpassing; Dr Frans E. J. Gieles, 2000.
< https://www.helping-people.info/Treatment/sot/dader.htm >.
Dit is een kort, verkennend ofwel exploratief onderzoek naar de methodiek van de daderbehandeling van (potentiële) pedoseksuele delinquenten, ofwel de Sex Offender Treatment, de SOT, zoals deze nu in Nederland en ver daarbuiten vrijwel standaard plaatsvindt. […]
Narratieve dwang houdt in dat men verhinderd wordt het ene, het eigen verhaal te vertellen en dat men gedwongen wordt het eigen verhaal te herschrijven zoals een ander dat wil horen. Dit is vreemd omdat juist het eigen verhaal helpt om identiteit, handelingsvermogen en eigen verantwoordelijkheid te ontwikkelen, hetgeen men dus juist wil bereiken. Het eigen verhaal van de cliënt wordt in de daderbehandeling echter gezien als uiting van een cognitieve stoornis […]. De behandelaars willen dit verhaal niet horen, zij corrigeren het voortdurend, met alle inzet van hun macht, tot op het dogmatische of fanatieke - dus irrationele, vermoedelijk ook ideologische - af.
[ < Vorige ] [ Start ] [ Omhoog ] [ Volgende > ]
|