Pedofilie - Mini-colleges |
Mini-college # 34, september 2022: Stress en burn out
Goed, OK, we gaan de medemens met pedofiele gevoelens desgevraagd helpen, en, zoals we in het vorige college zagen, deze mensen ervaren vaak stress, o.a. door het dubbelleven dat ze zeggen te moeten leiden. Maar ook jongeren in het algemeen ervaren tegenwoordig stress, bijvoorbeeld door prestatiedruk en keuzestress. In de hele samenleving is tegenwoordig een overdosis aan stressoren, o.a. door de overvloed aan informatie die we, als we dit willen en toestaan, op ons afkomt. Als je nu erg hard je best doet om deze mensen te helpen, kun je zelf ook best wel eens stress op je pad krijgen. Dus: was is stress? Hoe help je hier mensen bij? Hoe help je zo nodig jezelf hiermee? Wat is stress? Stress is een gevoel bij een alarmsignaal dat lichaam en geest tezamen instinctief afgeven als de mens – met zijn zintuigen of ingebeeld – een eis vanuit de omgeving waarneemt, die vraagt om actie waartoe hij/zij verwacht niet in staat te zijn, hetgeen negatieve gevolgen zal oproepen. Korter gezegd: het gevoel dat je hebt als je je moet aanpassen aan iets dat je aanpassingsvermogen te boven dreigt te gaan.
Het brein rapporteert een gevoel van spanning, vaak gepaard gaande met angst, vaak ook irritatie en soms agressie. Er moet iets, maar wat? We zagen al dat de eerste en meest instinctieve reacties kunnen zijn vluchten, vechten of verstijven. De stressor kan concreet en abstract zijn, en kan acuut of chronisch zijn:
Chronisch is meer belastend dan acuut: kan tot depressie en erger leiden. Bij 1, 2 en 3 kun je er nog redelijk mee wegkomen, as je de rede maar gebruikt, maar bij 4 gaat het mis. De stressor neemt plaats in de geest van de mens in de vorm van een talige gedachte, zijnde een waarneming, of beter: de interpretatie van een waarneming. Het lichaam antwoordt direct door hormonen aan te maken:
Deze processen zitten al sinds duizenden jaren onze genen geprogrammeerd, dus in ons DNA. Dit was erg nuttig voor de steppenmens die een leeuw ziet of meent te zien, en voor de vis die een haai ziet of meent te zien. DNA werkt niet uit zichzelf, het wordt aangestuurd door de epigenen, genen die de genen besturen, bijvoorbeeld wanneer de melktanden worden vervangen en, niet minder belangrijk, wanneer de geslachtshormonen beginnen te werken. DNA ziet eruit als materie, maar het gaat daarbij niet om de materiele stoffen, maar om de volgorde ervan. Deze vormen een code. Deze schaalt de materie op tot informatie. Men spreekt ook wel van ‘een blauwdruk’ die, indien geactiveerd, tot nieuwe en andere materie (en energie) kunnen leiden. Terzijde zij gezegd dat DNA niet rechtstreeks werkt, maar via RNA, dat snel een kopie maakt van (een deel van) het DNA. DNA kan pas na vele generaties veranderen. DNA kan de celkern niet verlaten, RNA wel om daarbuiten iets te doen; het kan per situatie direct optreden en zich per persoon ontwikkelen. Het is dus niet mogelijk dat een vaccin ons DNA zou kunnen veranderen, welke kennis van nut kan zijn voor complotdenkers die zich hier hevige, maar ingebeelde zorgen over maken en daardoor chronisch gestrest zijn.In het voordeel van deze stressreacties mag gezegd worden dat ze mens en dier tot nuttige actie kunnen aanzetten en eigenlijk de motor van de evolutie en ontwikkeling zijn. De evolutie gaf mens en dier meer mogelijkheden en vaardigheden. Men bouwde zich een nest, een hut, en later een stevig huis. Dit geldt voor acute stress: men bouwt een huis met deur en hek – en gaat dan uitrusten. Bij chronische stress ontbreekt dat rustmoment; de stressrespons wordt van een tijdelijk tot een permanent patroon dat niet meer adequaat is en onomkeerbaar kan worden. We zien dit bij trauma’s resulteren in het post-traumatische stresssyndroom, waar we het later nog eens over gaan hebben. De literatuur geeft lange lijsten met mogelijke akelige gevolgen op termijn. Stressreactie hebben ook nadelen. Zoals gezegd, blokkeren ze, hopelijk slechts even, het immuunsysteem, maar vaak genoeg ook, hopelijk slechts tijdelijk, de rede en het lange-termijn denken. Kiezen voor de korte termijn kan echter het probleem, dus de stress, juist vergroten in plaats van oplossen. Denk aan uitstellen in plaats van oplossen, gebruik van verslavende middelen, geld lenen in plaats van bezuinigen … Een actuele vorm van stress is financiële stress, geldstress. Uit NRC 6 september 2022: Geldstress … door Colin van Heezik:Mensen gaan nogal eens eten, snoepen, ‘snacken’ of drinken als reactie op stress. Dit helpt echt niet en kan op den duur ook nog schadelijk zijn. We mogen dan nog maar hopen dat dit ‘verwennen’ niet de vorm aanneemt van verslaving. … ‘Reflex’, ‘emotie’ … is de rede even weg? Emotie en gevoel
Er is verschil tussen ‘emotie’ en ‘gevoel’. Emotie is primair een oeroude stressrespons van het lichaam; als deze door het brein wordt geïnterpreteerd, waarbij ook de rede in actie komt, wordt het een gevoel. De rede kan de emotie dempen, maar ook in stand houden:
De auteurs noemen met name de moderne smartphone stress, met een continue stroom aan informatie, vooral beelden, de continue bereikbaarheid en de fear of missing out, de angst om ‘iets te missen’. Vooral jongeren lopen dit risico. Zij wijzen er wel op dat dit niet zozeer komt door de stressor zelf, maar vooral door de manier waarop je die interpreteert en hoe je daar mee omgaat, plechtiger gezegd je coping stijl, waarover in college # 30 al e.e.a. gezegd is (overgave, vermijding, overcompensatie). Het is dus goed hier nog eens naar te kijken. Ook wijzen zij erop dat vooral chronische stress kan leiden tot overspanning, tot depressie en tot burn out of erger.
De interpretatie van de stressor is dus cruciaal belang. Mijn pleegzoon: “Ik eet die kanker tering troep hier niet! Ik ben geen Turk! Mijn moeder, die kon tenminste koken!”Kijk dus goed en ook kritisch naar je eigen interpretaties, en samen met je cliënt naar diens interpretaties. Dit lijkt mij een zinnig advies. De literatuur beidt er meer: Wat te doen?
Hoogendijk en de Rek geven de volgende adviezen, hier kort samengevat:
Burn out
‘Opgebrand’, uitgeput:
Let tijdig op de signalen, is de centrale waarschuwing van Annegreet van Bergen in haar boek. Het zijn signalen die niet overgaan na een stressvolle situatie. Die signalen zijn een teken dat het proces van burn out al gaande is.
Op zich zijn die signalen een gezonde reactie op zo’n situatie, maar heb er oog voor. Zelfs slaapstoornissen kunnen zo’n functie hebben: je wordt er sloom van, dus ga je kalm aan doen … of niet …
Er is een stress-resultaat curve: te weinig stress én te veel stress geeft weinig resultaten. De middenpositie van ‘plezier in het karwei’ geeft de meeste resultaten. “Doe het werk kalm aan, dan gaat het ’t snelst.”
Mensen met een burn out zijn niet ‘de slome en luie slappelingen’, maar juist de mensen die hard werken … tot ze erbij neervallen. Hard werken, OK, maar het gaat hier vooral om wat je doet, juister gezegd: niet doet in de tijd dat je niet werkt, namelijk ‘de accu opladen’. Stress en spanning kunnen op zich positief werken, want energie geven en aanzetten tot actie … zolang de inspanning maar niet té groot is en er ook tijd is voor ontspanning. ‘De boog kan niet altijd gespannen zijn’.
Het gaat hier om het evenwicht tussen draaglast en draagkracht.
Ertegen kunnen vergt: niet doordraven, geen roofbouw plegen. Bouw ‘sluizen’ in: vrije ruimtes, pauzes. Leef niet ‘tijdloos snel’, maar in een ritme. Bewaar een zekere mate van distantie. Stel jezelf grenzen; meld die ook aan je werkgever en collega’s. Niet thuis doorwerken. (Mijn vrouw destijds: “Heb je nu alwéér dossiers bij je? Met wie ben je eigenlijk getrouwd?”) Er is naast werkdruk ook leefdruk. Mijn vrouw was destijds langdurig ernstig ziek. Annegreet van Bergen noemt het werken als vrouw in een macho mannengemeenschap. Tegenwoordig zorgt ook het constant bereikbaar zijn, de hoeveelheid informatie en de snelheid van apparaten voor druk in de leefsituatie. Sociale steun is hier hard bij nodig – in een tijd waarin juist de banden met familie, kerk en buurt minder sterk zijn geworden. Van binnenuit is de hang naar perfectionisme ronduit schadelijk of minstens riskant. Wat (niet) te doen? Elk hoofdstuk van het boek van Van Bergen bevat, na het verhaal zelf, een bladzijde met nuttige adviezen, die op het eind nog eens bij elkaar gezet worden. Hoe verminder je de draaglast?
Hoe vermeerder je je draagkracht?
Een PS voor hulpverleners Hierboven staan ‘duizend goede adviezen’. Bedenk echter dat juist het geven van ‘duizend adviezen’ meestal juist niet hulpverlenend is. Veelal zal de cliënt zich verzetten met de beruchte “Ja, maar …” reactie, de hakken in het zand zetten en meer stress ervaren dan al het geval was. Juist hier geldt het ‘eerst goed empathisch luisteren’, dan vragen stellen, en vooral vragen hoe de cliënt zelf denkt diens problemen zelf op te lossen. Juist bij stress telt de autonomie heel zwaar. Vraag eerst maar of er vraag is naar een advies, of er ruimte voor is, en vraag dan om een antwoord (‘feedback’) op het advies. Het huiswerk …
…. Spreekt voor zich: Kijk eens goed naar je eigen interpretaties, vooral als dit min of meer vaste interpretaties zijn. Loop ook de advieslijstjes, hierboven gegeven, eens langs … voor jezelf. Lees ze vooral niet voor aan je cliënt.
De bronnen
Annegreet van Bergen: De lessen van burn-out – Hoe word je er beter van? Een persoonlijk verhaal. Het spectrum, Utrecht, 3e druk, 2000.
Frans E.J. Gieles: Goed communiceren* in lastige omstandigheden, het hart van de orthopedagogiek [* van hart tot hart].
Gieles, Frans, De zorg als kerntaak; in: Jeugd & Samenleving, aug-sept 1983, themanummer 'De groepsleider'; Herdrukt in: De groepsleider, Basisboek voor werkers in de residentiële hulpverlening, door Maurice van Lieshout en Maria Ruigewaard (Red.), Acco, Amersfoort/Leuven, 1987.
Colin van Heezik: Geldstress; NRC 6 september 2022.
Witte Hoogendijk & Wilma de Rek: Van Big Bang tot Burn Out – Het grote verhaal over stress; Balans, Amsterdam, 3e druk, 2017. |