Tanja Kits, Deventer Dagblad 2 februari 2005
Als een verplichte therapie bij een veroordeelde niet aanslaat, is dat dan zijn eigen schuld? Of is de behandeling niet goed geweest en ligt de schuld (dus) bij de therapeuten? Die vraag werd gisteren voorgelegd aan de militaire rechtbank in Arnhem. Voor het openbaar ministerie lag de zaak duidelijk: de pedofiele ex-militair H. uit Deventer had zich niet voldoende ingezet en hij had ook niet het achterste van zijn tong laten zien. Daarom zou H. wat het OM betreft al nog acht maanden cel moeten krijgen. H. (59) werd eind 2002 veroordeeld tot twee jaar, waarvan acht maanden voorwaardelijk. Hij zou zich hebben vergrepen aan twee Bosnische jongen over wie hij zich 'als een vader had ontfermd. In ruil voor seks had hij hen ingepakt met cadeautjes en beloftes over opleidingen. H. heeft indertijd de ontucht deels toegegeven, maar ook deels ontkend. En daar lag bij de behandelaars het grote struikelblok, zo bleek bij de rechtbank. Behandelkliniek De Tender nam H. na afloop van zijn detentie in maart 2003 in dagbehandeling, als uitvloeisel van de opgelegde straf. Hij moest zich laten behandelen voor zijn pedofiele neigingen. Zo niet, dan wachtte hem nog acht maand cel. De behandeling vond - zeer tegen de zin van H. - plaats in groepsverband. Hij voelde zich niet thuis tussen de andere zedendelinquenten. Maar hij had geen keuze. De dagbehandeling was intensief en zou twee jaar duren. H. worstelde er zich doorheen, ondanks hevige migraine-aanvallen. Hij miste geen enkele sessie of groepsbijeenkomst, kwam stipt de afspraken na en voerde alle opdrachten uit. Tegelijkertijd vroeg hij zich voortdurend af wat het nut van de therapie was. Meermalen gaf hij te kennen dat het niet langer ging. 'Ik vergelijk De Tender met een mijnenveld. Maar eigenlijk was het nóg erger. Ik moest steeds op eieren lopen'. Dat hij voor de groep te kijk werd gezet omdat hij drie minuten te laat kwam,
was de druppel die de emmer overlopen. Na veertien maanden kapte hij met de
behandeling. 'Ik werd 'Vanaf het begin was duidelijk dat dit een geval was waarbij de druppel de steen zou moeten uithollen. Oftewel, het zou een langdurige behandeling vergen. H. verdeelde de wereld in 'mijn' en 'zijn'. Hij noemde ons 'geitenwollensokkentypes' en kon daar slecht mee overweg', zei de man van de reclassering. En de psychotherapeut: 'H. toonde zich een gentleman tijdens de behandeling, maar weigerde diep op de problemen in te gaan. Hij ontkende zijn pedofiele trekken. Over het seksueel contact met de Bosnische jongens had hij heel erg de houding van: voltooid verleden tijd'. Toch gingen de behandelaars door, onder het motto 'Baat het niet, schaadt het niet'. Tot H. met de behandeling stopte. De vraag was gisteren: is dat H. te verwijten of ligt de schuld meer bij de
behandelaars? De reclasseringsambtenaar wees op het gevaar van herhaling. 'Mede omdat H. heeft aangekondigd zich te willen vestigen op Bali. Dat betekent een verhoogd risico'. De advocaat stelde dat zijn cliënt niets te verwijten valt. Hij heeft zich
altijd keurig aan alle afspraken gehouden. Dat De Tender niet in staat is
gebleken H. en zijn gedrag te veranderen, kan wat hem betreft zijn cliënt niet
worden aangerekend. |