Yves Ferroul
Samenvatting (vertaald) van een lezing
op het 15e Wereld
Congres voor Seksuologie,
Parijs, juni 2001
Veel therapeuten benoemen deze of gene [seksuele] praktijk als 'seksuele perversie'; vele artikelen in de vakbladen onderzoeken allerlei classificatiesystemen voor zulke praktijken en maken daarbij gebruik van impliciete of expliciete normen. Toch bewijst het bestuderen van het menselijk gedrag in vroegere of huidige samenlevingen dat seksuele perversies niet bestaan. Als men zulke woorden gebruikt, benoemt men varianten in het seksuele gedrag die door deze of gene samenleving in een bepaald tijdperk afgekeurd worden, maar door andere weer geaccepteerd zijn; laat het seksueel gedrag van neurotische mensen zijn, dan nog is het een van de vele mogelijkheden van neurotisch gedrag. Het ergerlijke is dat een dergelijke benoeming geen enkel therapeutisch nut heeft; het helpt de cliënt niet om zijn evenwicht te hervinden. In tegendeel, het heeft zo'n negatieve betekenis dat iemand die van een therapeut of iemand anders het stempeltje 'pervers' heeft gekregen, zo'n negatief zelfbeeld zal hebben dat hij alle hoop laat varen en in een neerwaartse spiraal terechtkomt. Als men daarentegen de motieven verheldert die de affectieve en seksuele ontwikkeling blokkeren en die leiden tot dwangmatig delinquent gedrag, dan help men de ander zichzelf te begrijpen en schept men kansen tot verandering. Dan is ontwikkeling mogelijk, er komt weer hoop en het evenwicht kan hervonden worden. Woorden zijn niet onschuldig en niet alleen dingen om te kennen; er zijn woorden die dodelijk zijn. |